ONS NIEUWS

Stappenplan inhuren van ZZP’ers vanaf 2025

Vanaf 2025 controleert de Belastingdienst op schijnzelfstandigheid en start doorgaans met een gesprek om de risico’s binnen een organisatie in kaart te brengen. Een goed onderbouwd plan van aanpak helpt om verdere controles te voorkomen, mits het ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd. Zonder actie kan de Belastingdienst met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 loonheffingen opleggen. In 2025 geldt een ‘zachte landing’, zonder boetes. Mocht schijnzelfstandigheid worden vastgesteld, dan kan een ZZP’er alsnog recht krijgen op werknemersvoorzieningen zoals vakantiegeld en pensioen, wat juridische complicaties kan opleveren. Maar hoe zorg je dat jouw organisatie alles doet tegen schijnzelfstandigheid?

Stap 1: Inventarisatie van ZZP’ers binnen de organisatie

Breng in kaart hoeveel ZZP’ers er werkzaam zijn binnen de organisatie en categoriseer de ZZP’ers volgens het stoplichtmodel (gebruik hiervoor ook ons template):

  • Groen: Geen risico op schijnzelfstandigheid.
  • Oranje:
  • Rood: Hoog risico op schijnzelfstandigheid.

Stap 2: Actieve opvolging van de inventarisatie

Analyseer de uitkomsten van de inventarisatie en identificeer concrete actiepunten per categorie. Overleg samen met relevante stakeholders, bijv. HR en finance, welke vervolgacties genomen kunnen worden.

Stap 3: Plan van aanpak voor schijnzelfstandigheid

Stel een plan van aanpak op om het aantal schijnzelfstandigen binnen de organisatie af te schalen en geef hier in de praktijk uitvoering aan. Daarbij is het belangrijk om binnen de organisatie bewustwording te creëren over de regelgeving en welke wijzigingen daar mogelijk bij horen.

Stap 4: Contractbeheer en juridische vastlegging

Let op de contracten die je met een ZZP’er afsluit. Neem in ieder geval altijd een bepaling op over welke kosten jij kan verhalen op de werknemer voor het geval de ZZP’er wordt gezien als werknemer, bijvoorbeeld de loonheffing. Daarnaast blijft het belangrijk om contracten regelmatig te controleren en aan te passen indien nodig.

Stap 5: Praktijk moet overeenkomen met contract

Het is belangrijk dat de praktijk aansluit bij de overeenkomst. Controleer daarom regelmatig of de feitelijke werkzaamheden overeenkomen met de contractuele afspraken. Belangrijk is dat er in de praktijk ook wordt gehandeld conform de afspraken op papier. Houd rekening met terugwerkende kracht: als op 1 juli 2025 blijkt dat een ZZP’er feitelijk werknemer was, kunnen loonheffingen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025 worden opgelegd.

Stap 6: Voorbereiding op de Wet VBAR

De beoogde inwerkingtreding van de nieuwe Wet VBAR is 1 januari 2026. De wet wil de toetsingscriteria omtrent schijnzelfstandigheid verduidelijken en wettelijk vastleggen. Op dit moment komen de toetsingscriteria voort uit de rechtspraak dus het is verstandig recente rechtspraak over schijnzelfstandigheid in de gaten te houden.

Stap 7: Voorkomen van risico’s bij beëindiging van een overeenkomst

Wees je ervan bewust dat een overeenkomst niet zomaar kan worden beëindigd als deze achteraf als arbeidsovereenkomst wordt gezien. Neem duidelijke afspraken op in de overeenkomst over de gevolgen hiervan, zoals de mogelijkheid om een ander (lager) salaris conform cao toe te passen.

DIRECTE ACTIEPUNTEN
  1. Raadpleeg de website hetjuistecontract.nl van het Ministerie van Sociale Zaken.
  2. Stel een plan van aanpak op voor de inhuur van ZZP’ers binnen de organisatie.
  3. Evalueer en actualiseer bestaande ZZP-contracten en beoordeel deze periodiek (bijvoorbeeld elk halfjaar of jaarlijks) om te controleren of de praktijk aansluit bij de overeenkomst.

HMP helpt je graag bij het controleren van overeenkomsten op schijnzelfstandigheid. Neem vandaag nog contact met ons op via 085 049 244 4 / hmp@hmp.nl

HMP | Realising Change… Bewezen expertise voor het daadwerkelijk oplossen van vraagstukken op het gebied van:  

Reorganiseren – HR Projecten – Arbeidsrecht – Mediation

Deel dit bericht